Deutsch » Niederländisch

Übersetzungen für „ruimdenkend“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

ˈum·den·ken: Intransitives Verb
ˈaus·den·ken: Transitives Verb
ˈhin·den·ken: Intransitives Verb
Be·ˈden·ken: Nomen
ge·ˈden·ken: Intransitives Verb
ˈAn·den·ken: Nomen
be·ˈden·ken: Transitives Verb
er·ˈden·ken: Transitives Verb
Ge·ˈden·ken: Nomen
ver·ˈden·ken: Transitives Verb
ˈweg·den·ken: Transitives Verb
über·ˈden·ken: Transitives Verb
ˈnach·den·ken: Intransitives Verb
ˈblut·druck·sen·kend: Adjektiv und Adverb
Kon·ˈsum·den·ken: Nomen

Meintest du vielleicht: umdenken , hindenken , ausdenken , nachdenken , überdenken , wegdenken , verdenken , Gedenken , erdenken , bedenken , Andenken , gedenken , Bedenken , Konsumdenken und blutdrucksenkend

ˈum·den·ken VERB intr unreg

umdenken

anders (gaan) denken (over)

ˈaus·den·ken¹ VERB trans unreg

1. ausdenken (vorstellen):

ausdenken

uitdenken

ausdenken

ten einde denken

die Folgen sind nicht auszudenken

de gevolgen zijn onvoorstelbaar

2. ausdenken (erfinden):

ausdenken

uitdenken

ausdenken

bedenken

ausdenken

uitvinden

ein neues Verfahren ausdenken

een nieuw procedé bedenken [o. uitvinden]

ˈhin·den·ken VERB intr

wo denken Sie hin! ugs

wat denkt u wel!

wo denken Sie hin! ugs

hoe komt u erbij!

Be·ˈden·ken <Bedenkens, Bedenken> SUBST nt

1. Bedenken (das Nachdenken) kein Pl:

Bedenken

overweging

Bedenken

het nadenken

2. Bedenken (Zweifel) meist Pl:

Bedenken

bedenking

Bedenken

twijfel

Bedenken

bezwaar nt

ich habe keine Bedenken

ik heb er geen bezwaar tegen

Bedenken haben [o. hegen ] [o. tragen ]

aarzelen

Bedenken haben [o. hegen ] [o. tragen ]

twijfelen

Bedenken haben [o. hegen ] [o. tragen ]

(zijn) bedenkingen hebben

ohne Bedenken

zonder (enig) bezwaar

alle Bedenken zurückstellen

over alle bezwaren heenstappen

ge·ˈden·ken [gəˈdɛŋkn̩] VERB intr unreg

1. gedenken geh (beabsichtigen):

gedenken

voornemens [o. van plan] zijn

2. gedenken geh (ehrendes Andenken bewahren):

gedenken +Gen

gedenken

gedenken +Gen

herdenken

gedenke meiner

gedenk mij

gedenke meiner

denk aan mij

3. gedenken +Gen geh selten (sich erinnern):

gedenken

denken aan

gedenken

zich herinneren

ˈAn·den·ken <Andenkens, Andenken> SUBST nt

1. Andenken (Erinnerung) kein Pl:

Andenken

herinnering

Andenken

(na)gedachtenis

jdm ein ehrendes Andenken bewahren

iems nagedachtenis in ere houden

zum Andenken an den Toten [o. des Toten]

ter nagedachtenis [o. herinnering] aan [o. van] de dode

2. Andenken:

Andenken (Erinnerungsstück)

aandenken nt

Andenken (Souvenir)

souvenir nt

ein Andenken an meinen Vater

een aandenken aan mijn vader

be·ˈden·ken¹ VERB trans unreg

bedenken

bedenken

ich möchte (Ihnen) aber doch (noch) zu bedenken geben, dass …

ik zou (u) toch (nog) in overweging willen geven dat …

wenn ich es so recht bedenke

als ik er zo eens goed over nadenk

er·ˈden·ken [-ˈdɛŋkn̩] VERB trans

erdenken

uitdenken

erdenken

bedenken

erdenken

verzinnen

Ge·ˈden·ken <Gedenkens> [gəˈdɛŋkn̩] SUBST nt kein Pl

Gedenken

gedachtenis

Gedenken

herinnering

Gedenken

nagedachtenis

Gedenken

herdenking

ver·ˈden·ken [fɛɐ̯ˈdɛŋkn̩] VERB trans unreg geh

verdenken

kwalijk nemen

ˈweg·den·ken VERB trans unreg

wegdenken

wegdenken

sich Dat etw wegdenken

iets wegdenken

über·ˈden·ken [yːbɐˈ-] VERB trans unreg

überdenken

overdenken

ˈnach·den·ken VERB intr unreg

nachdenken

nadenken (over)

nachdenken

napeinzen (over)

nachdenken

overwegen

nachdenken

overdenken

in tiefes Nachdenken versunken sein

in diep gepeins verzonken zijn

über ein Problem nachdenken

over een probleem nadenken

ˈblut·druck·sen·kend [-zɛnkn̩t] ADJ

blutdrucksenkend

bloeddrukverlagend

Kon·ˈsum·den·ken SUBST nt

Konsumdenken

consumentisme nt

Wörterbuch durchsuchen

Deutsch

ich	denke	um
du	denkst	um
er/sie/es	denkt	um
wir	denken	um
ihr	denkt	um
sie	denken	um

Übersetzungen für „ruimdenkend“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈum·den·ken VERB intr unreg

ˈaus·den·ken1 VERB trans unreg

1. ausdenken (vorstellen):

2. ausdenken (erfinden):

ˈhin·den·ken VERB intr

Be·ˈden·ken <Bedenkens, Bedenken> SUBST nt

1. Bedenken (das Nachdenken) kein Pl:

2. Bedenken (Zweifel) meist Pl:

ge·ˈden·ken [gəˈdɛŋkn̩] VERB intr unreg

1. gedenken geh (beabsichtigen):

2. gedenken geh (ehrendes Andenken bewahren):

3. gedenken +Gen geh selten (sich erinnern):

ˈAn·den·ken <Andenkens, Andenken> SUBST nt

1. Andenken (Erinnerung) kein Pl:

2. Andenken:

be·ˈden·ken1 VERB trans unreg

er·ˈden·ken [-ˈdɛŋkn̩] VERB trans

Ge·ˈden·ken <Gedenkens> [gəˈdɛŋkn̩] SUBST nt kein Pl

ver·ˈden·ken [fɛɐ̯ˈdɛŋkn̩] VERB trans unreg geh

ˈweg·den·ken VERB trans unreg

über·ˈden·ken [yːbɐˈ-] VERB trans unreg

ˈnach·den·ken VERB intr unreg

ˈblut·druck·sen·kend [-zɛnkn̩t] ADJ

Kon·ˈsum·den·ken SUBST nt

Wörterbuch durchsuchen

Links zu weiteren Informationen

Feedback

Vokabeltrainer

Synonyms

Mein Suchverlauf

ˈaus·den·ken¹ VERB trans unreg

be·ˈden·ken¹ VERB trans unreg