Niederländisch » Deutsch

clown <clown|s> [klɑun] SUBST m

loens [luns] ADJ

1. loens (scheel):

2. loens (oneerlijk):

clow·ne·rie <clownerie|ën> [klɑunəri] SUBST f

clou <clou|s> [klu] SUBST m

clan [klɛn]

clan [[o. klɑn]] clan|s SUBST m:

Clan m
Klan m

claus [klɑus] SUBST f

1. claus (laatste woord van een passage):

2. claus (passage):

Passus m

cle·rus [klerʏs] SUBST m geen Pl rel.

cliënt <cliënt|en> [klijɛnt] SUBST m

1. cliënt (persoon die gebruikmaakt van diensten):

Klient m

2. cliënt (klant):

Kunde m

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski