Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „commandante“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

com·man·dant: Nomen
com·man·do: Nomen
com·man·de·ren: Verb
com·man·do·groep: Nomen
com·man·di·tair: Adjektiv und Adverb
com·man·do·post: Nomen
com·man·do·brug: Nomen
com·mu·ni·ca·tie: Nomen

Meintest du vielleicht: commandant , commanderen , commando , commandogroep , communicatie , commandobrug , commandopost und commanditair

com·man·dant <commandant|en> [kɔmɑndɑnt] SUBST m

1. commandant gesch.:

commandant

Kommandant m

de militaire commandant

der Truppenführer

de plaatselijke commandant

der Ortskommandant

de plaatselijke commandant

der Platzkommandant

2. commandant:

commandant (vrijwillige brandweer)

Wehrführer m

commandant (beroepsbrandweer)

Branddirektor m

com·man·do <commando|'s> [kɔmɑndo] SUBST nt

commando

Kommando nt

naar een commando luisteren

auf ein Kommando hören

op commando blijven staan

auf Kommando stehen bleiben

speciaal commando

Sonderkommando nt

com·man·de·ren <commandeerde, h. gecommandeerd> [kɔmɑnderə(n)] VERB trans

com·man·do·groep <commandogroep|en> [kɔmɑndoɣrup] SUBST f

commandogroep

Kommando nt

commandogroep

Einsatzkommando nt

com·man·di·tair² [kɔmɑnditɛːr] ADJ fin.

de commanditair vennoot

der Kommanditist

de commanditair vennoot

der stille Teilhaber

de commanditaire vennootschap

die Kommanditgesellschaft

com·man·do·post <commandopost|en> [komɑndopɔst] SUBST m

commandopost

Befehlsstand m

com·man·do·brug <commandobrug|gen> [kɔmɑndobrʏx] SUBST f

commandobrug

Kommandobrücke f

commandobrug

Brücke f

com·mu·ni·ca·tie <communicatie|s> [kɔmynika(t)si] SUBST f

1. communicatie (contact):

communicatie

Kommunikation f

mondelinge/schriftelijke communicatie

mündliche/schriftliche Kommunikation

2. communicatie (verbinding):

communicatie

Verbindung f

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch