Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „dauerhaften“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

schaf·ten: Verb
over·haas·ten: Verb
dauw·trap·pen: Verb
der·hal·ve: Adverb
her·ha·len: Verb
ver·ha·len: Verb
ver·ha·ren: Verb

Meintest du vielleicht: verharen , verhalen , herhalen , derhalve , dauwtrappen , overhaasten und schaften

schaf·ten <schaftte, h. geschaft> [sxɑftə(n)] VERB intr

1. schaften (eten):

schaften

essen

2. schaften:

schaften (pauzeren)

eine Pause machen

schaften ('s ochtends)

eine Frühstückspause machen

over·haas·ten <overhaastte, h. overhaast> [ovərhastə(n)] VERB trans

overhaasten (iets)

überstürzen

overhaasten (minder vaak)

überhasten

overhaasten (personen)

zu übergroßer Eile antreiben

dauw·trap·pen [dɑutrɑpə(n)] VERB alleen inf.

dauwtrappen

einen Morgenspaziergang machen

der·hal·ve [dɛrhɑlvə] ADV

derhalve

deshalb

derhalve

deswegen

her·ha·len¹ <herhaalde, h. herhaald> [hɛrhalə(n)] VERB trans (opnieuw doen, zeggen; nadoen)

herhalen

wiederholen

wil je mij deze zin even herhalen?

willst du diesen Satz mal wiederholen?

ver·ha·len¹ <verhaalde, h. verhaald> [vərhalə(n)] VERB trans (zich schadeloosstellen)

verhalen

sich schadlos halten an +Dat

de schade op iem verhalen

jdn für den Schaden aufkommen lassen

de kosten op iem verhalen

jdn für die Kosten verantwortlich machen

ver·ha·ren <verhaarde, i. verhaard> [vərharə(n)] VERB intr (de haren verliezen)

verharen

(sich) haaren

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Übersetzungen für „dauerhaften“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

schaf·ten <schaftte, h. geschaft> [sxɑftə(n)] VERB intr

1. schaften (eten):

2. schaften:

over·haas·ten <overhaastte, h. overhaast> [ovərhastə(n)] VERB trans

dauw·trap·pen [dɑutrɑpə(n)] VERB alleen inf.

der·hal·ve [dɛrhɑlvə] ADV

her·ha·len1 <herhaalde, h. herhaald> [hɛrhalə(n)] VERB trans (opnieuw doen, zeggen; nadoen)

ver·ha·len1 <verhaalde, h. verhaald> [vərhalə(n)] VERB trans (zich schadeloosstellen)

ver·ha·ren <verhaarde, i. verhaard> [vərharə(n)] VERB intr (de haren verliezen)

Wörterbuch durchsuchen

Links zu weiteren Informationen

Feedback

Vokabeltrainer

Synonyms

Mein Suchverlauf

her·ha·len¹ <herhaalde, h. herhaald> [hɛrhalə(n)] VERB trans (opnieuw doen, zeggen; nadoen)

ver·ha·len¹ <verhaalde, h. verhaald> [vərhalə(n)] VERB trans (zich schadeloosstellen)