Niederländisch » Deutsch

Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

da·ling: Nomen
ma·ling: Nomen
pa·ling: Nomen
ha·ring: Nomen
he·ling: Nomen

Meintest du vielleicht: heling , haring , paling , maling und daling

da·ling <daling|en> [dalɪŋ] SUBST f

ma·ling [malɪŋ] SUBST f geen Pl

maling

Ausmahlung f

koffie in grove maling

grob gemahlener Kaffee

maling aan iets/iem hebben

auf etw/jdn pfeifen ugs

iem in de maling nemen

jdn zum Besten haben

iem in de maling nemen

jdn foppen

pa·ling <paling|en> [palɪŋ] SUBST m

paling

Aal m

gerookte paling

Räucheraal

ha·ring <haring|en> [harɪŋ] SUBST m

1. haring (vis):

haring

Hering m

als haring in een ton

wie die Heringe

groene haring

grüner Hering

ik zal er haring of kuit van hebben

ich will wissen, woran ich bin

nieuwe haring

Matjeshering m

zoute haring

Salzhering m

2. haring (tenten):

haring

Hering m

he·ling [helɪŋ] SUBST f geen Pl

1. heling (het genezen):

heling

Heilung f

2. heling (gestolen goed):

heling

Hehlerei f

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Übersetzungen für „haling“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

da·ling <daling|en> [dalɪŋ] SUBST f

1. daling:

2. daling (helling):

3. daling (baisse):

ma·ling [malɪŋ] SUBST f geen Pl

pa·ling <paling|en> [palɪŋ] SUBST m

ha·ring <haring|en> [harɪŋ] SUBST m

1. haring (vis):

2. haring (tenten):

he·ling [helɪŋ] SUBST f geen Pl

1. heling (het genezen):

2. heling (gestolen goed):

Wörterbuch durchsuchen

Links zu weiteren Informationen

Feedback

Vokabeltrainer

Synonyms

Mein Suchverlauf