Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „lasthebster“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

Meintest du vielleicht: lasthebber , lastgeefster , liefhebster , gastheer , lastgever , laster , lastpost , lastdier , lasteraar und lasteren

last·heb·ber <lasthebber|s> [lɑsthɛbər] SUBST m

Beauftragte(r) m

last·geef·ster SUBST f

lastgeefster weibliche Form von lastgever

Siehe auch: lastgever

last·ge·ver <lastgever|s> [lɑstxevər] SUBST m

1. lastgever (opdrachtgever):

lastgever econ.

2. lastgever jur.:

Mandant m

lief·heb·ster SUBST f

liefhebster weibliche Form von liefhebber

Siehe auch: liefhebber

lief·heb·ber <liefhebber|s> [lifhɛbər] SUBST m

liefhebber (gegadigde)

liefhebber ugs

Fan m

een liefhebber van chocola

ein Freund von Schokolade

hij is een liefhebber van kunst

er ist ein Liebhaber der Künste

een liefhebber van tuinieren

ein Gartenfreund

last·ge·ver <lastgever|s> [lɑstxevər] SUBST m

1. lastgever (opdrachtgever):

lastgever econ.

2. lastgever jur.:

Mandant m

gast·heer <gast|heren> [ɣɑsther] SUBST m

1. gastheer (heer des huizes):

2. gastheer SPORT:

3. gastheer biol.:

Wirt m

las·te·ren <lasterde, h. gelasterd> [lɑstərə(n)] VERB trans

1. lasteren (beledigen, honen):

God lasteren

2. lasteren (kwaadspreken):

las·te·raar <lasteraar|s, laste|raren> [lɑstərar] SUBST m

last·dier <lastdier|en> [lɑzdir] SUBST nt

Lasttier nt

last·post <lastpost|en> [lɑstpɔst] SUBST m en f

≈ unbequeme(r) Mensch m

lästige(r) Mensch m

las·ter [lɑstər] SUBST m geen Pl

1. laster:

laster (kwaadsprekerij)

laster (kwaadsprekerij)

laster (om iems aanzien te schaden)

Rufmord m

2. laster jur.:

laster (onbewijsbaar)

üble Nachrede f

laster (onwaar)

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski