Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „openhouden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

open·hou·den <hield open, h. opengehouden> [opə(n)hɑudə(n)] VERB trans

1. openhouden (zorgen dat iets niet dichtgaat):

openhouden
openhouden
aufhalten ugs
de ogen openhouden

2. openhouden (vrij houden):

openhouden
openhouden
een betrekking openhouden

Beispielsätze für openhouden

de ogen openhouden
een betrekking openhouden
een zijdeurtje openhouden übtr
een achterdeurtje openhouden übtr

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski