Niederländisch » Deutsch

plat·te·grond <plattegrond|en> [plɑtəɣrɔnt] SUBST m

2. plattegrond (grondtekening):

plat·boomd [plɑdbomt] ADJ scheepv.

plat·form <platform|s, platform|en> [plɑtfɔrm] SUBST nt

2. platform übtr (overlegorgaan):

plat·voet <platvoet|en> [plɑtfut] SUBST m

pot·grond [pɔtxrɔnt] SUBST f geen Pl

plat·bo·demd ADJ

platbodemd → platboomd

Siehe auch: platboomd

plat·boomd [plɑdbomt] ADJ scheepv.

pla·ten·bon <platenbon|nen, platenbon|s> [platə(n)bɔn] SUBST m

plat·lo·pen <liep plat, h. platgelopen> [plɑtlopə(n)] VERB trans

plat·gaan <ging plat, i. platgegaan> [plɑtxan] VERB intr

1. platgaan (gaan slapen):

2. platgaan (onder de indruk raken):

pla·ten·boek <platenboek|en> [platə(n)buk] SUBST nt

plat·tre·den <trad plat, h. platgetreden> [plɑtredə(n)] VERB trans

plat·vloers <platvloerse, platvloerser, meest platvloers> [plɑtflurs] ADJ

half·rond1 <halfrond|en> [hɑlfrɔnt] SUBST nt


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski