Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „prakkeseren“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

prak·ke·se·ren1 <prakkeseerde, h. geprakkeseerd> [prɑkəzerə(n)] VERB intr

1. prakkeseren (denken):

prakkeseren
zich suf over iets prakkeseren

2. prakkeseren (piekeren):

prakkeseren
hij loopt de hele dag te prakkeseren

prak·ke·se·ren2 <prakkeseerde, h. geprakkeseerd> [prɑkəzerə(n)] VERB trans (bedenken)

prakkeseren
je kunt het zo gek niet prakkeseren, of hij doet het

Beispielsätze für prakkeseren

zich suf over iets prakkeseren
hij loopt de hele dag te prakkeseren
je kunt het zo gek niet prakkeseren, of hij doet het

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski