Niederländisch » Deutsch

staats·recht <staatsrecht|en> [statsrɛxt] SUBST nt

kaars·recht [karsrɛxt] ADJ

be·staans·recht [bəstansrɛxt] SUBST nt geen Pl

stads·deel <stads|delen> [stɑtsdel] SUBST nt

stads·post [stɑtspɔst] SUBST f geen Pl

stads·le·ven [stɑtslevə(n)] SUBST nt geen Pl

kies·recht <kiesrecht|en> [kisrɛxt] SUBST nt

aan·recht <aanrecht|en> [anrɛxt] SUBST nt of m

au·teurs·recht <auteursrecht|en> [ɑutørsrɛxt, otørsrɛxt] SUBST nt

scheeps·recht [sxepsrɛxt] SUBST nt geen Pl

scheids·rech·ter <scheidsrechter|s> [sxɛitsrɛxtər] SUBST m

staats·rech·te·lijk [statsrɛxtələk] ADJ

stads·au·to <stadsauto|'s> [stɑtsɑuto] SUBST m

stads·park <stadspark|en> [stɑtspɑrək] SUBST nt

stads·wijk <stadswijk|en> [stɑtswɛɪk] SUBST f

stads·be·stuur <stadsbe|sturen> [stɑtsbəstyr] SUBST nt

1. stadsbestuur (het besturen):

2. stadsbestuur (personen):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski