Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „terugzenden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

te·rug·zen·den <zond terug, h. teruggezonden> [tərʏxsɛndə(n)] VERB trans

1. terugzenden (wegzenden):

terugzenden
terugzenden

2. terugzenden (weer zenden naar de plaats van herkomst):

terugzenden
terugzenden ugs

3. terugzenden (terugsturen):

terugzenden

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski