Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: uitloven , uitloten , uitloper und uitlopen

uit·lo·pen2 <liep uit, h. uitgelopen> [œytlopə(n)] VERB trans

1. uitlopen (ten einde lopen):

2. uitlopen (groter maken):

uit·lo·per <uitloper|s> [œytlopər] SUBST m

1. uitloper (tak van een bergketen):

2. uitloper plantk.:

uit·lo·ten <lootte uit, h. uitgeloot> [œytlotə(n)] VERB trans

1. uitloten (door loten uitsluiten):

2. uitloten (door loting trekken):

uit·lo·ven <loofde uit, h. uitgeloofd> [œytlovə(n)] VERB trans (beloning, prijs)


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski