Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „vatbaar“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

vat·baar <vatbare, vatbaarder, vatbaarst> [vɑdbar] ADJ

1. vatbaar (gemakkelijk aangetast kunnende worden):

vatbaar
vatbaar
vatbaar voor kou
vatbaar voor ziektes

2. vatbaar (ontvankelijk):

vatbaar
vatbaar
niet voor rede vatbaar zijn
vatbaar voor verbetering

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski