Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „Sterbenden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

te·rug·zen·den: Verb
sterf·bed: Nomen
ster·re·tje: Nomen
ster·ren·kun·de: Nomen
ster·ren·beeld: Nomen
ster·ren·he·mel: Nomen
ster·ke·drank: Nomen
sterf·dag: Nomen
ster·ling
ster·fe·lijk: Adjektiv und Adverb
ste·ri·li·se·ren: Verb
ster·ren·wacht: Nomen
ster·ren·kun·di·ge: Nomen
af·zen·den: Verb
in·zen·den: Verb
na·zen·den: Verb
om·wen·den: Verb

Meintest du vielleicht: terugzenden , sterretje , sterfbed , sterrenhemel , sterrenbeeld , sterrenkunde , sterkedrank , omwenden , nazenden , inzenden , afzenden , sterrenkundige , sterrenwacht , steriliseren , sterfelijk , sterling und sterfdag

te·rug·zen·den <zond terug, h. teruggezonden> [tərʏxsɛndə(n)] VERB trans

sterf·bed <sterfbed|den> [stɛrvbɛt] SUBST nt

1. sterfbed (doodsbed):

sterfbed

Sterbebett nt

sterfbed

Sterbelager nt form

2. sterfbed (omstandigheden, tijd, wijze):

sterfbed

Tod m

sterfbed

Sterben nt

een zacht sterfbed hebben

einen sanften Tod haben

ster·re·tje <sterretje|s> [stɛrəcə] SUBST nt

1. sterretje (vuurwerk):

sterretje

Wunderkerze f

2. sterretje (asterisk):

sterretje

Sternchen nt

sterretje

Stern m

3. sterretje gesch.:

sterretje

Stern m

sterretjes zien

Sterne sehen

ster·ren·kun·de [stɛrə(n)kʏndə] SUBST f geen Pl

sterrenkunde

Astronomie f

sterrenkunde

Sternkunde f

ster·ren·beeld <sterrenbeeld|en> [stɛrə(n)belt] SUBST nt

1. sterrenbeeld (groep sterren):

sterrenbeeld

Sternbild nt

2. sterrenbeeld (teken van de dierenriem):

sterrenbeeld

Sternbild nt

sterrenbeeld

Tierkreiszeichen nt

ster·ren·he·mel [stɛrə(n)heməl] SUBST m geen Pl

sterrenhemel

Sternenhimmel m

ster·ke·drank [stɛrkədrɑŋk] SUBST m geen Pl

sterkedrank

Spirituosen Pl

sterkedrank (zonder precies alcoholpercentage)

starke [o. hochprozentige] Getränke Pl

onder invloed van sterkedrank verkeren

unter Alkohol stehen

sterf·dag <sterfdag|en> [stɛrvdɑx] SUBST m

sterfdag

Todestag m

ster·ling [stʏːrlɪŋ]

het pond sterling

das Pfund Sterling

ster·fe·lijk [stɛrfələk] ADJ

sterfelijk

sterblich

ste·ri·li·se·ren <steriliseerde, h. gesteriliseerd> [sterilizerə(n)] VERB trans

1. steriliseren (onvruchtbaar maken):

steriliseren

sterilisieren

steriliseren

unfruchtbar machen

2. steriliseren (desinfecteren):

steriliseren

sterilisieren

steriliseren

keimfrei machen

ster·ren·wacht <sterrenwacht|en> [stɛrə(n)wɑxt] SUBST f

sterrenwacht

Sternwarte f

ster·ren·kun·di·ge <sterrenkundige|n> [stɛrə(n)kʏndəɣə] SUBST m

sterrenkundige

Astronom m

af·zen·den <zond af, h. afgezonden> [ɑfsɛndə(n)] VERB trans

afzenden

absenden

afzenden

versenden

in·zen·den <zond in, h. ingezonden> [ɪnzɛndə(n)] VERB trans

1. inzenden (binnen een ruimte zenden):

inzenden

senden

inzenden

schicken

iem de wereld inzenden

jdn in die Welt (hinaus)schicken

2. inzenden (insturen, indienen):

inzenden

einsenden

inzenden

schicken

goederen inzenden voor een tentoonstelling

eine Ausstellung mit Waren beschicken

na·zen·den <zond na, h. nagezonden> [nazɛndə(n)] VERB trans

nazenden

nachschicken

nazenden

nachsenden

iems post nazenden

jdm die Post nachschicken

om·wen·den <wendde om, h. omgewend> [ɔmwɛndə(n)] VERB trans

omwenden

umwenden

omwenden

umdrehen

het hoofd omwenden

den Kopf (um)wenden [o. (um)drehen]

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Übersetzungen für „Sterbenden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

te·rug·zen·den <zond terug, h. teruggezonden> [tərʏxsɛndə(n)] VERB trans

1. terugzenden (wegzenden):

2. terugzenden (weer zenden naar de plaats van herkomst):

3. terugzenden (terugsturen):

sterf·bed <sterfbed|den> [stɛrvbɛt] SUBST nt

1. sterfbed (doodsbed):

2. sterfbed (omstandigheden, tijd, wijze):

ster·re·tje <sterretje|s> [stɛrəcə] SUBST nt

1. sterretje (vuurwerk):

2. sterretje (asterisk):

3. sterretje gesch.:

ster·ren·kun·de [stɛrə(n)kʏndə] SUBST f geen Pl

ster·ren·beeld <sterrenbeeld|en> [stɛrə(n)belt] SUBST nt

1. sterrenbeeld (groep sterren):

2. sterrenbeeld (teken van de dierenriem):

ster·ren·he·mel [stɛrə(n)heməl] SUBST m geen Pl

ster·ke·drank [stɛrkədrɑŋk] SUBST m geen Pl

sterf·dag <sterfdag|en> [stɛrvdɑx] SUBST m

ster·ling [stʏːrlɪŋ]

ster·fe·lijk [stɛrfələk] ADJ

ste·ri·li·se·ren <steriliseerde, h. gesteriliseerd> [sterilizerə(n)] VERB trans

1. steriliseren (onvruchtbaar maken):

2. steriliseren (desinfecteren):

ster·ren·wacht <sterrenwacht|en> [stɛrə(n)wɑxt] SUBST f

ster·ren·kun·di·ge <sterrenkundige|n> [stɛrə(n)kʏndəɣə] SUBST m

af·zen·den <zond af, h. afgezonden> [ɑfsɛndə(n)] VERB trans

in·zen·den <zond in, h. ingezonden> [ɪnzɛndə(n)] VERB trans

1. inzenden (binnen een ruimte zenden):

2. inzenden (insturen, indienen):

na·zen·den <zond na, h. nagezonden> [nazɛndə(n)] VERB trans

om·wen·den <wendde om, h. omgewend> [ɔmwɛndə(n)] VERB trans

Wörterbuch durchsuchen

Links zu weiteren Informationen

Feedback

Vokabeltrainer

Synonyms

Mein Suchverlauf