Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „dürres“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

du·ren: Verb
dur·ven: Verb
le·ra·res: Nomen
du·pe·ren: Verb
durf·al: Nomen
adres: Nomen
mo·res: Nomen
ci·pres: Nomen
ex·pres: Adverb
dur: Nomen
durf: Nomen
duur: Nomen
duur·te: Nomen
ar·rest: Nomen
dus: Adverb

Meintest du vielleicht: durven , duren , duperen , lerares , dus , arrest , duurte , duur , durf , dur , expres , cipres , mores , adres und durfal

du·ren <duurde, h. geduurd> [dyrə(n)] VERB intr

dat duurde en duurde maar

das dauerte eine Ewigkeit

de overtocht duurt een maand

die Überfahrt dauert einen Monat

dat zal mijn tijd wel duren

solange ich lebe, wird das schon noch so bleiben

dur·ven <durfde/dorst, h. gedurfd> [dʏrvə(n)] VERB trans

als je toch durft!

untersteh dich!

kom eens hier als je durft

komm mal her, wenn du dich traust

hij heeft durven beweren, dat …

er hat zu behaupten gewagt, dass …

de straat niet op durven

sich nicht auf die Straße wagen

le·ra·res <lerares|sen> [lerarɛs] SUBST f

du·pe·ren <dupeerde, h. gedupeerd> [dyperə(n)] VERB trans

duperen (schade toebrengen)

durf·al <durfal|len, durfal|s> [dʏrfɑl] SUBST m

adres <adres|sen> [adrɛs] SUBST nt

1. adres (woon-, verblijfplaats):

Adresse f

Wohnort m

die opmerking was aan het adres van jouw zus übtr

die Bemerkung galt deiner Schwester

een goed adres voor fotoartikelen

eine gute Adresse für Fotoartikel

bij iem aan het verkeerde adres zijn übtr

bei jdm an der falschen Adresse sein

2. adres (vermelding van de woonplaats en straat):

Adresse f

3. adres comput.:

Speicheradresse f

mo·res [morəs] SUBST Pl

iem mores leren übtr

jdn Mores lehren

ci·pres <cipres|sen> [siprɛs] SUBST m

ex·pres [ɛksprɛs] ADV

1. expres:

expres (met opzet)

expres (sterker)

2. expres (met de bepaalde bedoeling):

extra

eigens form

dur [dyr] SUBST f geen Pl

dur

Dur nt

durf [dʏrf] SUBST m geen Pl

durf

Mut m

durf

Courage f

een plan dat van grote durf getuigt

ein kühner Plan

duur¹ [dyr] SUBST m geen Pl

duur

Dauer f

van korte duur

von kurzer Dauer

op de(n) (lange) duur

voor de duur van een jaar

für die Dauer eines Jahres

duur·te [dyrtə] SUBST f geen Pl

hohe(r) Preis m

de duurte van levensmiddelen

die hohen Lebensmittelpreise

in tijden van duurte

in teuren Zeiten

ar·rest <arrest|en> [ɑrɛst] SUBST nt

1. arrest (voorlopige vrijheidsberoving):

Haft f

polizeiliche(r) Gewahrsam m

het huis van arrest

die Strafvollzugsanstalt

2. arrest (krijgstuchtelijke straf):

Arrest m

drie dagen arrest

drei Tage Arrest

3. arrest (beslaglegging):

Sicherstellung f

4. arrest (uitspraak van gerechtshof):

Urteil nt

bij arrest van 18 april 1984

laut Urteil vom 18. April 1984

dus¹ [dʏs] ADV

dus

so

dus

auf diese (Art und) Weise

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski