Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: partijgenoot , partijganger , partijleidster , soortgenote , kamergenote , huisgenote , ambtgenote , naamgenote , landgenote , jaargenote , echtgenote , partijleider , partijtop , partijpolitiek , partijbestuur , klasgenote , deelgenote und partijdig

par·tij·ge·noot <partijge|noten> [pɑrtɛiɣənot] SUBST m

par·tij·gan·ger <partijganger|s> [pɑrtɛɪɣɑŋər] SUBST m

par·tij·leid·ster SUBST f

partijleidster weibliche Form von partijleider

Siehe auch: partijleider

par·tij·lei·der <partijleider|s> [pɑrtɛilɛidər] SUBST m

par·tij·top <partijtop|pen> [pɑrtɛitɔp] SUBST m

par·tij·lei·der <partijleider|s> [pɑrtɛilɛidər] SUBST m

jaar·ge·no·te <jaargenote|s, jaargenote|n> [jarɣənotə] SUBST f

jaargenote weibliche Form von jaargenoot

Siehe auch: jaargenoot

jaar·ge·noot <jaarge|noten> [jarɣənot] SUBST m

1. jaargenoot (medestudent):

jaargenoot
Studienkollege m
jaargenoot
Kommilitone m

2. jaargenoot (leeftijdgenoot):

jaargenoot
Altersgenosse m

land·ge·no·te [lɑntxənotə]

landgenote weibliche Form von landgenoot

Siehe auch: landgenoot

land·ge·noot <landge|noten> [lɑntxənot] SUBST m

naam·ge·no·te <naamgenote|s, naamgenote|n> [namɣənotə] SUBST f

naamgenote weibliche Form von naamgenoot

Siehe auch: naamgenoot

naam·ge·noot <naamge|noten> [namɣənot] SUBST m form

ambt·ge·no·te SUBST f

ambtgenote weibliche Form von ambtgenoot

Siehe auch: ambtgenoot

ambt·ge·noot <ambtge|noten> [ɑmtxənot] SUBST m

huis·ge·no·te <huisgenote|s, huisgenote|n> [hœysxənotə] SUBST f

huisgenote weibliche Form von huisgenoot

Siehe auch: huisgenoot

huis·ge·noot <huisge|noten> [hœysxənot] SUBST m

ka·mer·ge·no·te SUBST f

kamergenote weibliche Form von kamergenoot

Siehe auch: kamergenoot

ka·mer·ge·noot <kamerge|noten> [kamərɣənot] SUBST m

soort·ge·no·te SUBST f

soortgenote weibliche Form von soortgenoot

Siehe auch: soortgenoot

soort·ge·noot <soortge|noten> [sortxənot] SUBST m

par·tij·po·li·tiek1 [pɑrtɛipolitik] SUBST f geen Pl

par·tij·be·stuur <partijbe|sturen> [pɑrtɛibəstyr] SUBST nt

par·tij·dig <partijdige, partijdiger, partijdigst> [pɑrtɛidəx] ADJ

deel·ge·no·te SUBST f

deelgenote weibliche Form von deelgenoot

Siehe auch: deelgenoot

deel·ge·noot <deel|genoten> [delɣənot] SUBST m

2. deelgenoot (compagnon):

deelgenoot
Kompagnon m
deelgenoot
Partner m

klas·ge·no·te <klasgenote|s, klasgenote|n> [klɑsxənotə] SUBST f

klasgenote weibliche Form von klasgenoot

Siehe auch: klasgenoot

klas·ge·noot <klasge|noten> [klɑsxənot] SUBST m

echtgenote SUBST

Benutzereintrag
echtgenote f
Gemahlin f geh
echtgenote f
Gattin f form
echtgenote f
Frau f ugs

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste